Probleem
Het gaat om een zwarte middenslagschnauzer, reu van ongeveer 1 jaar oud. Gezin: man, vrouw en de hond.
Bij het commando “hier” luistert Bor niet, hij loopt eerder de andere kant op. Ook met een koekje in je hand, hij snuffelt eraan en loopt alsnog weg.
Gaat de eigenaresse door met commanderen dan begint hij te blaffen, grommen en gaat sterk in de verdediging. Gaat ze door dan gaan de oren in de nek, ogen verkleuren en wordt hij echt vals.
Bij het spelen in de tuin of bos luistert hij redelijk tot goed op de commando’s die de eigenaresse geeft. Hij heeft ook dan echter weinig rust in z’n hoofd.
Als de voordeurbel gaat stopt Bor pas met blaffen tot de mensen echt binnen zijn. Hij gaat compleet uit z’n dak van enthousiasme, springt ertegen op, luistert niet naar commando’s en als het tegenzit, wordt hij weer agressief/vals.
Bor is met uitlaten erg druk met andere honden (waarschijnlijk dominant) en luistert naar geen enkel commando van de eigenaresse.
Verder is het een erg leergierige hond en waakzaam.
Het is een prachtige hond geworden waar we erg gek mee zijn.
Naar de eigenaar luistert Bor wel, eigenaresse heeft angst gekregen voor Bor.
Diagnose
Vermoedelijk gaat het hier om behoorlijke rangorde problemen. Bor accepteert zijn eigenaresse niet als roedelleider. Ze hebben mij laten weten dat ze de hond ook al hebben genegeerd, dat heeft niets veranderd aan het gedrag van Bor. Normaal gesproken gaan we eerst onderzoeken waar het gedrag vandaan komt, hoe is de hond als pup, hoe is de opvoeding gegaan, zijn de eigenaren bekend met hondengedrag etc.
Wanneer we hier een antwoord op hebben gaan we samen met de eigenaar bekijken hoe we het gedrag kunnen ombuigen naar gewenst gedrag.
We hebben het gedrag van Bor niet onderzocht, ook hebben we de hond niet gezien. Uit het gesprek met de eigenaar kwam heel duidelijk naar voren dat de eigenaresse een angst had ontwikkeld voor Bor. Een heel reële angst waar we niet aan voorbij mogen lopen. Wij kunnen als kynologisch gedragstherapeuten veel doen met het gedrag van de hond. Angst bij de eigenaar kunnen we helaas niet wegnemen.
Mijn ervaring is dan ook dat het erg gevaarlijk kan zijn wanneer 1 of meer gezinsleden bang zijn voor de hond. We kunnen wel proberen om de eigenaar weer meer zelfvertrouwen te geven. Als dit niet lukt, vind ik herplaatsing een uitstekend alternatief. Het kan heel goed zijn dat een óntspoorde’ hond het in een andere omgeving wel goed doet. Dat wil beslist niet zeggen dat de oude eigenaar het niet goed heeft gedaan. Dat is wel heel makkelijk gezegd, we kunnen niet oordelen als we niet eerst alle feiten kennen. Deze mensen hebben voor herplaatsing gekozen. We hebben er respect voor dat ze die keuze hebben gemaakt, let wel ze waren/ zijn dol op de hond.
Aanpak
We gaan er toch nog dieper op in. Als u het gedrag wel herkent in uw hond is het altijd raadzaam om samen met een kynologisch gedragstherapeut het gedrag te proberen om te vormen.
Wanneer je ervoor kiest om met dit type hond een machtstrijd aan te gaan, wensen we u veel succes. De kans op een aantal beten is zeer groot en absoluut onnodig. Het is zelfs zo dat we met een hond geen strijd aan hoeven gaan. We hebben daar gelukkig een keuze in. Dit type hond moet respect voor u krijgen en respect moet je verdienen en niet afdwingen. Door slimmer te zijn dan de hond en regels strak te handhaven brengen we de hond in een lagere positie. Dit houdt in dat u zeer consequent moet zijn. Dat klinkt heel makkelijk, bijna iedereen vindt zichzelf consequent en bijna niemand is dat. Onze huishonden zijn daar zo op in gespeeld, die hebben dat feilloos in de gaten. Ze zijn voortdurend aan het checken of wij onze leiderschap waart zijn. Bij het type hond als hierboven geschreven kunt u zich geen fouten bij permitteren, de hond zet u gelijk terug. Het is heel erg moeilijk om met deze types in huis te wonen.
Roedelregels
In de omgang met honden zijn er een aantal regels. Deze regels zijn een onderdeel van het respect te vergaren van een hond met dominant gedrag. Ze moeten ook een gewoonte worden in uw dagelijkse omgang met de hond. Het spreekt voor zich dat elke regel die een hond niet kent eerst aangeleerd moet worden. Ook moet u voorkomen dat een hond verkeerd gedrag kan laten zien door hem niet de fout in te laten gaan.
Bij het type hond met veel dominant gedrag zult u in het begin elke regel moeten toepassen. Het is heel normaal dat de eerste 2 weken vaak goed gaan. Daarna komt er meestal een terugval waarbij de hond nog scherper kan reageren dan voorheen. De hond probeert dan zijn oude positie terug te veroveren. Dit is een punt waar u door heen moet en duurt vaak 1 tot 2 weken. Ook omdat we deze reactie kennen en herkennen is het veiliger om dit samen met een ervaren therapeut te doen.
Negeer uw hond bij thuiskomst. De leider hoeft geen verantwoording af te leggen. Begroet uw huisgenoten altijd als eerste. Zij zijn belangrijker dan uw hond.
Eet altijd als eerste, ook al is het een stukje fruit. De ‘lekkerste’ stukken zijn altijd voor de leider, de andere krijgen de restjes.
Laat uw hond niet toe op banken, stoelen en bed. Als u dit wel doet stelt u de hond op gelijke hoogte, dit is een voorrecht voor de leider.
Stuur uw hond regelmatig naar zijn vaste plaats waar hij moet blijven.
Houdt zijn privileges beperkt, hoe meer privileges hoe hoger je in rang staat.
Sluit bepaalde gebieden (woonruimtes) af voor uw hond.
Idem als de regel hierboven.
Win altijd het laatste spel. De leider heeft de ‘prooi’ gewonnen. Leg het speeltje ongeveer 15 min weg.
Doe beslist geen trekspelletjes als uw hond het commando los niet feilloos uitvoert.
Ga pas spelen op uw voorwaarde.
U bepaalt, anders staat u keurig onder appèl van uw hond.
Aai niet als uw hond erom vraagt.
Idem als hierboven. Hebt u een hond die hoog in rang staat aait u zelfs alleen als beloning of onder appèl als verzorging. Niet zomaar aaien als uw hond er niets voor doet.
Stuur uw hond weg als hij in de weg ligt. Het is normaal in de hondentaal dat alle leden van de roedel plaats maken voor de ranghogere.
Wees consequent, duidelijk en neem alle beslissingen.
Inconsequentie herkent een hond niet. Wanneer u dat bent zal hij u niet zien als een volwaardige leider. Hij zal ongetwijfeld de leiding proberen op zich nemen.
Ga niet naar uw hond toe maar roep hem naar u toe. Ondergeschikten gaan naar de ranghogere toe en niet andersom.
Ga niet in op de wensen van uw hond als hij naar buiten wil. (zindelijk maken uitgezonderd)
U bepaalt ook wanneer de uitjes zijn.
Laat de hond niet trekken aan de lijn. Dit moet u uw hond eerst goed aanleren, eventueel kunt u de hulp inzetten van een Gentle Leader.
Het jachtsein wordt door de roedelleider gegeven. Leer de hond dat zijn aandacht bij u moet blijven en niet op wild, poezen, fietsers, joggers, enz.
Wanneer uw hond aanslaat beloont u hem en neem de leiding over.
Ga kijken, en zet de hond onder appèl.
Verlaag u niet tot de grond, houdt uw houding altijd hoger dan de hond. De hond zal u niet als meerder beschouwen maar als gelijke.
Geef alleen commando, s als u er verzekerd van bent dat de hond ze opvolgt of dat u controle hebt over de hond. Doet u dit niet dan leert u uw hond dat hij onder uw commando’s uit kan komen.
Ga als eerste door deuren en nauwe doorgangen. De roedelleider gaat altijd voorop, bepaalt of de rest kan volgen.
Wees kalm, geduldig en zelfverzekerd in de omgang met uw hond.
Een goede roedelleider is zeer beheerst, beslist niet agressief. Daar heeft uw hond respect voor.
Veelal worden honden dagelijks onder dwang op hun rug gelegd, met de bedoeling dat wij ze wel even laten zien wie de baas is. Dit gedrag zie je zelden terug in de natuur. Bovendien vinden wij het blijkbaar nodig om elke dag maar weer te moeten laten zien dat wij ze fysiek de baas zijn. Totaal onbegrijpelijk voor de hond. Als hij het uit zichzelf doet is dit weer een heel ander verhaal.
Een machtstrijd aangaan met uw hond is beslist niet nodig als u zich houdt aan de roedelregels. Het is duidelijk voor de hond. Het biedt hem veiligheid en zekerheid. Bovendien creëert u een band van wederzijds respect.
Een goede roedelleider wordt u niet zomaar, u zult respect moeten verdienen van uw hond.
Marian Geytenbeek
Kynologisch Gedragstherapeut
