Honden blaffen om veel verschillende redenen:

Waak geblaf, heeft twee doelen, de rest van de roedelleden te waarschuwen dat er een indringer aanwezig is. En voor de indringer geeft het aan dat zijn aanwezigheid opgemerkt is. Honden blaffen veel meer dan hun voorouders de wolven. Wij mensen hebben op het blaffen geselecteerd, het blaffen erin gefokt. De aanleg voor het blaffen varieert per ras en per individu.
Aandachttrekkend geblaf, is een manier van de hond om zijn eigenaar iets duidelijk te maken. Het is voor de hond puur uitproberen of het gedrag werkt. Al dan niet per ongeluk. Veelvoorkomende situaties voor aandachttrekkend geblaf zijn: de deur moet geopend worden, ik wil naar buiten/ binnen, aandacht vragen, uitnodiging om te spelen, terugkomen van eigenaar, contact zoeken met hond aan overkant. Het probleem zit hem niet in het uitproberen van aandachttrekkend geblaf, maar in het feit dat het gedrag meestal groot succes oplevert. De eigenaar bekrachtigt (beloont) het geblaf door op de wens van de hond in te gaan en de hond heeft geleerd dat hij met blaffen zijn zin krijgt.

Nerveus geblaf, zien we bij honden die angstig en/of onzeker zijn voor iets in de omgeving. Het is een manier van de hond om te zeggen: maak dat je wegkomt, geen stap dichterbij komen. Dit is veel ernstiger dan het erfgeblaf van een waakhond. Deze hond geeft aan dat hij bang is, hij kan gaan bijten als hij benaderd wordt.

Vervelingsgeblaf kan het gevolg zijn van een tekort aan dagelijkse hoeveelheid beweging en gebrek aan sociale en mentale bezigheden. De hond blaft continu uit pure verveling. Vaak gaat dit samen met heen en weer lopen/ rennen, achter eigen staart rennen tot zelfverwonding. Met name honden die continu alleen in een kennel zitten of in een tuin kunnen dit gedrag gaan vertonen.
Blaffen bij het alleen zijn, hier moet de oorzaak gevonden worden, alleen het blaffen aanpakken zal niet werken.

Aanpak van overmatig blaffen:

Naast een training waarop het blaffen wordt aangepakt, is het absoluut van belang om de oorzaak op te sporen en aan te pakken, alleen symptoom bestrijden zal niet werken. Onderliggende oorzaken kunnen zijn, gebrek aan socialisatie, te weinig beweging, te weinig uitdagingen in het leven van de hond.

Waakgeblaf:

De hond wordt geleerd wat de woorden ‘luid’ en ‘stil’ betekenen. Eerst ga je de hond leren om te blaffen, en stil te zijn op commando, net zoals je kunstjes aanleert met behulp van koekjes. Om het geblaf de eerste keren op te roepen moet je gebruik maken van hetgeen waarop de hond gaat blaffen, zoals bijv de deurbel of het laten zien van een speeltje. Dan kun je aan de slag op de volgende manier:
Zeg: ‘luid’
Deurbel of ander teken
Hond blaft
Na een paar keer blaffen beloon je: ‘goed zo, braaf’
Je zegt ‘stil’
Laat het lekkers zien ( om het stil aan te duiden)
De hond stopt (misschien, zoniet beloning aantrekkelijker maken) met blaffen door de aandacht voor het koekje
3 tot 5 seconden wachten waarbij je overdreven vrolijk praat: ‘goed zooooo, brave hond’
Je geeft het koekje na 3 tot 5 seconde stilte
Herhaal met steeds minder laten zien van het koekje, wel steeds belonen voor het stil zijn
Herhaal met steeds langere periodes van stil zijn voordat je het koekje geeft.
Blijf deze oefening herhalen totdat de hond het spelletje doorheeft. Het kan een poosje duren maar houd vol. Hoe kun je nu zien of een hond het spel werkelijk doorheeft: hij kent het, als hij blaft op commando en de deurbel niet meer nodig heeft om te blaffen en als hij rustig is op het eerste ‘stil’ commando zonder dat je het koekje laat zien. Je geeft daarna wel zijn beloning. Als hij terugvalt of een onderdrukt blafje laat horen zeg je, ‘nee’ en begin weer van voor af aan, de tijd van stil zijn te tellen. Hij moet beseffen dat blaffen tijdens een stilperiode niets oplevert.
Voordat dit helemaal onder controle is, ben je een paar weken verder. Uiteraard afhankelijk van de aard van het dier.

Marian Geytenbeek

Kynologisch Gedragstherapeut

www.hondenschoolalfa.nl