Wij mensen zijn zeer gericht op alles wat niet goed is en op straf als oplossing hiervoor. Dat is jammer, want waarom een hond pijn doen als het ook anders kan en je bovendien veel meer bereikt met een hond die niet bang voor zijn baas hoeft te zijn? De ervaring leert dat straf niet helpt, integendeel zelfs, straf is een van de oorzaken van het ontstaan van probleemgedrag bij honden.

Gaan letten op die dingen die wel goed gaan, is iets dat we onszelf kunnen leren. Dat geldt ook voor het oplossen van ongewenst gedrag zonder conflicten aan te gaan. Voor de meeste mensen is dit wennen, want we zijn kwaad als de hond iets moois kapot maakt of als onze viervoeter na een kwartier roepen nog steeds niet wil komen. Straffen is dan meestal onze eerste reactie. Soms straffen we zelfs als onze hond al niet meer met het ongewenste gedrag bezig is, of straffen we door, al heeft de hond allang laten zien dat hij luistert. Honden begrijpen niets van deze mensentaal en kunnen hierdoor gestoord gedrag gaan vertonen.

In onderstaande wil ik uitleggen wat er mis is met straf, waarom straf niet werkt en wat er met een hond en met de relatie tussen mens en hond gebeurt als we onze hond straffen. Ook de alternatieven voor straf worden beschreven.

Het effect van straf:

Straf is het toedienen van een onprettige prikkel. Dat kan zijn schreeuwen, afzonderen, laten schrikken, een tik op de neus, in de oren knijpen (nog steeds toegepast bij jachttrainingen), over de snuit heen pakken (een hond zal het in de mond laten kijken blijven associeren met iets onprettigs), in de neus blazen etc. Ernstige vormen van straf zijn ook het bij het nekvel pakken en schudden (een hond staat doodsangst uit, omdat een roofdier zo zijn prooi doodschudt); op de grond drukken van de hond of op de rug gooien en er zelfs bovenop gaan zitten (alle reden voor een hond om zijn baas te bijten: de hond komt dan immers in een noodweeragressie); het gebruik van een stroomband (teletac of anti-blaf band); gebruik van een hoofdband; de neus door urine of ontlasting halen en het rukken aan halsband of slipketting (iedere ruk(je) aan de lijn draagt bij tot onherstelbare schade aan nek-en rugwervels.)
Het is niets anders dan ‘beren laten dansen’. Straf is zinloos geweld.

Iedere keer als we onze hond straffen wordt het vertrouwen van de hond in zijn baas geschaad. Onze boosheid is weggeëbt, maar de hond heeft niet geleerd welk gedrag we wel van hem willen zien.
Wat gebeurt er precies bij straf? Straf geeft een hond stress. (Ik heb het dan niet over een lichte gespannenheid waarmee leren vaak gepaard gaat.) Stress maakt ziek en werpt leerblokkades op. Stress kan honden agressief maken: zij hebben de keus tussen vechten of vluchten.
Er zijn helaas nog steeds hondenscholen waar getraind wordt op basis van straf. Tussen trainer en hond bestaat een relatie gebaseerd op angst. De trainer laat hiermee zijn onmacht en zijn gebrek aan kennis zien. De hond lijkt goed te luisteren op het trainingsveld, hij is echter alleen bezig confrontatie en pijn te vermijden en kan zich niet concentreren.
Bijvoorbeeld bij een ruk(je) aan de slipketting of halsband zal de hond (voor even) niet langer trekken aan de lijn, hij zal proberen een correctie te gaan vermijden. Een hond leert dus niet onder invloed van stress, maar gaat vermijdingsgedrag vertonen en wordt nerveus en angstig. Zolang u de hond niet heeft geleerd welk gedrag u wel van hem verwacht, zal hij de correctie niet snappen en niet weten welk gedrag hij wel moet vertonen om de straf te ontlopen. De hond raakt verward, kan gaan gapen, zichzelf krabben, zich uitschudden etcetera. Allemaal stress-signalen. Meestal wordt zijn houding laag, zakt de staart en gaan de oren naar achteren. Afhankelijk van de mate waarin de hond stress ervaart, is hij dus minder of geheel niet trainbaar meer. Hij staat niet open voor nieuwe ervaringen, in tegenstelling tot honden die plezier hebben in wat zij leren.
Een hond kan na een correctie uit angst naar zijn baas uitvallen. Dit is de reeds genoemde noodweeragressie. Hoe erger een hond zich in het nauw gedreven voelt, hoe agressiever hij kan reageren. De ene hond zal sneller en heftiger tot noodweeragressie overgaan dan de andere, en nog afgezien van het gegeven dat straf niet van respect getuigt, is het ook zeer onverstandig , omdat je eigen veiligheid in het geding komt. Wij zullen ongewenste gedragingen van onze hond op een slimme en vriendelijke manier moeten oplossen.
Trainingen van dolfijnen, orka`s, leeuwen, olifanten etcetera. tonen aan dat straf onnodig en gevaarlijk is. Het lijkt te werken, maar in werkelijkheid is het juist het begin van veel ellende. Schreeuwen laat deze dieren koud, laat staan de olifant een tik verkopen. Bij beren en leeuwen zijn nog lange tijd zeer extreme straffen gebruikt, wat leidde tot angstige en gevaarlijke dieren. Gelukkig laat het grote succes van moderne opvoedingsmethodes van bijvoorbeeld dolfijnen, paarden en inmiddels ook honden (ook politiehonden en mijnenhonden) zien dat het anders en beter kan en moet.
Het gebruik van straf negeert de taal van onze honden: honden zijn conflictvermijdende wezens. Om elkaar, maar ook ons duidelijk te maken dat zij geen ruzie zoeken, gebruiken honden een subtiele, voornamelijk nonverbale taal. Als wij de gebarentaal van onze hond leren ‘lezen’ zullen wij veel probleemgedrag kunnen voorkomen. Honden begrijpen onze taal niet. Als een hond iets fout doet, moeten we onszelf afvragen waar wij de mist in zijn gegaan. Als bijvoorbeeld twee honden elkaar voor het eerst ontmoeten zullen zij meestal op een afstand van elkaar stil blijven staan. Vervolgens lopen zij in bogen naar elkaar toe en snuffelen onderweg op de grond. Soms zullen zij de kop afwenden, een speelboog maken of een poot optillen. Door middel van deze en vele andere gebaren maken zij elkaar duidelijk dat zij geen conflict willen. Wat nu als zij aan een (korte) lijn lopen, moeten ‘volgen’ van de eigenaar, niet mogen stilstaan of snuffelen, dan kunnen deze honden elkaar de zo belangrijke signalen niet geven; zij krijgen niet de kans met elkaar te communiceren. Het begin van problemen.

Wat wil onze hond?

In 1965 vatte de Commissie Brambell het kort samen:
Het welzijn van een hond is gewaarborgd indien hij vrij is om zijn natuurlijke gedrag te vertonen (deel uitmaken van een familie (roedel); zijn neus achterna kunnen gaan; rust; graven; onderzoeken etc.)
• van dorst, honger en onjuiste voeding;
• van fysiek en fysiologisch ongerief;
• van pijn,verwondingen en ziektes;
• van angst en chronische stress

Alternatieven voor straf:

Voorkomen van ongewenst gedrag
Negeren van ongewenst gedrag
Afleiden: bijv. kong of oefening/spel
Onverenigbaar gedrag vragen
‘Time out’: vriendelijk op de plaats leggen

Opvoeden zonder straf: voorbeelden
.Niet komen is een veel gehoorde klacht. Blijf altijd vriendelijk als de hond uiteindelijk komt: een hond zal anders denken dat hij gestraft wordt voor het komen en een volgende keer nog slechter gaan luisteren.
• Als de hond iets te pakken heeft wat niet mag, probeer dit dan niet uit zijn bek te halen. Niet alle honden zullen dat accepteren (eenmaal bemachtigd voedsel hoeft een hond binnen een hondenroedel immers niet meer af te staan) en gaan grommen of zelfs bijten. Voor uzelf dus gevaarlijk. Ruil het voorwerp voor iets lekkers dat u voor de neus van de hond houdt. De hond wordt nu beloond voor het loslaten.
• Wat als uw hond met beide voorpoten op het aanrecht staat om wat lekkers te stelen, of hij kruipt op de bank als u dat niet wilt? Los het dan vriendelijk op door 1 à 2 meter van de hond af te gaan staan met iets lekkers in uw hand. Roep vervolgens de hond naar u toe. Hij zal stoppen met het ongewenste gedrag en beloond worden voor het luisteren. Zonder conflict heeft de hond nu gedaan wat de eigenaar van hem wilt.
• Met name pups kunnen erg volhardend zijn in ongewenst gedrag, bijvoorbeeld steeds weer van alles kapot bijten. Zet een hond nooit uit straf op zijn plaats. Dit moet altijd een fijne en veilige plek blijven. Wel kunt u de hond met iets lekkers naar zijn plaats lokken en de bench dichtdoen of even aangelijnd in de mand zetten. Geef hem eventueel iets om op te kauwen mee. We noemen dit een ‘time out’. Hiermee kan veel irritatie van u naar de hond toe worden voorkomen.

Marian Geytenbeek

Kynologisch Gedragstherapeut

www.hondenschoolalfa.nl