Bang voor vuurwerk/onweer. Het liefst graaft hij zich in, om zich zo te verstoppen voor dat ongelofelijk geweld. De hond hijgt, drentelt, bibbert, jankt, etc. Van zijn vertrouwde omgeving is niets meer over. Als u deze ellende niet erger wilt maken, een oplossing zoekt of het dragelijker wilt maken voor uw hond, is deze training uitermate geschikt.

Iedereen kan schrikken van een knal, zowel mensen als honden. Als het goed is, herstelt u na een knal vrijwel direct. Zo ook de meeste honden. Normaal gesproken went een hond aan lawaai. Er zijn echter een aantal honden, die slecht of nauwelijks herstellen. Het kan zijn dat zo’ n hond ooit geschrokken is voor een knal. Nu is hij zover dat hij een lichtflits in verbinding brengt met een knal. Dus hij is ook bang voor de lichtflits geworden. Dit kan zo erg worden dat hij zelfs autolampen eng gaat vinden. Alles wat maar een beetje te maken heeft met die eerdere knal en de gebeurtenissen eromheen, zijn redenen genoeg om in paniek te raken.
Een hond die heftige angst vertoont, voelt zich enorm ellendig. Angst met een paniekreactie moet als het even kan verholpen worden. Bang voor vuurwerk wordt een hond niet zomaar. De angst voor vuurwerk wordt meestal door onszelf versterkt, soms omdat wij schrikken van een knal. De hond ziet dit en schrikt ook. Wij zien de hond schrikken en proberen hem te troosten, door te praten, aaien en te knuffelen. In feite vertellen wij hem nu: oké hond, je moet dus heel erg bang zijn voor die knallen. We belonen immers zijn angst. Bij een eventuele volgende knal roepen we al naar de hond met een zeer zorgzame stem: ach lief dier, kom maar, wees maar niet bang. Onze hand aait dat trillende wezentje. De hond wordt weer bevestigd in zijn angst. Dit wordt van kwaad tot erger. Voor we het weten hebben we er paniek in geaaid. Bovendien leert de hond er gratis bij, dat angst en paniek hem allerlei beloningen opleveren. Het zal dus wel goed zijn om zo te reageren.
De hond gerust te stellen en op zijn gemak zien te krijgen is een ander verhaal. Compleet negeren is waanzin (dit wordt meestal wel beweerd). De hond komt steun zoeken bij de roedelleider. Als roedelleider kunt u wel degelijk handelingen uitvoeren waardoor de hond zich prettiger voelt. U bevestigt dan niet zijn angst (hier wordt later dieper op ingegaan).

De meest voorkomende signalen van angst zijn:
plassen, snuffelen, krabben, uitschudden, lachen, smakken, slikken, klappertanden, niezen, hijgen, borstelen, blaffen, piepen, tongelen, voorpoot heffen.

De meest voorkomende stress-signalen zijn:
trillen, beven, ontwijken, bevriezen, vluchten, ogen wegdraaien, anaalklieren legen, zich ontlasten, automutilatie.

Rangorde en Roedelregels.
U moet u heel bewust worden van het feit dat troosten het hele gedrag erger maakt en niets oplost.
Wanneer we met honden omgaan moeten we op de hoogte zijn van de sociale rangorde. Voor honden is dit een overduidelijk gegeven. Boven aan de rangorde ladder staan 1 of twee leiders en daaronder staat degene, die minder te vertellen heeft en dus ook minder privileges krijgt.

Overspronggedrag/ conflictgedrag/ stress-signalen.
De hond communiceert door middel van lichaamssignalen en gedrag. De houding, oren, staart, haren, gezichtsmimiek en geluiden laten zien hoe een hond zich voelt: neutraal, dominant, deemoedig, ambivalent, angstig of agressief etc. Het is belangrijk, dat u de lichaamstaal van uw hond begrijpt om te weten hoe u op een bepaalde situatie moet reageren.
Oversprong-, conflict-, en stress-signalen zijn op zich staande signalen. Er zit wel degelijk verschil in een conflictsignaal of bijv. een stress-signaal. Om het niet al te ingewikkeld te maken hebben we ze op 1 hoop gegooid. Het zijn onbewuste lichaamssignalen, die naast de normale lichaamstaal extra informatie geven over hoe de hond een situatie beleeft. De signalen lijken uit hun verband gerukt en niet ter zake doende. Ze kunnen duiden op onwil, onzekerheid of opbouw van noodweer etc.
Deze signalen op zich worden niet gecorrigeerd omdat ze onbewust zijn.
De stress-signalen geven aan dat de hond onder een enorme spanning staat. Met gezonde stress is niets mis. Staat de hond teveel bloot aan stress, dan is dat voor het dier erg onplezierig. Langdurige stress leidt ook weer tot lichamelijke klachten. Het lichaam moet de stress toch kwijt.

Kalmerende signalen.
Als u de hondentaal goed beheerst, kunnen we nog een stapje verder gaan. Honden gebruiken kalmerende signalen om een ander gerust te stellen of agressie te laten afnemen.
Deze signalen kunt u bij uw hond zeer goed gebruiken.
Een aantal van deze signalen zijn:
Knipperen met oogleden.
Uw zij een beetje toekeren naar de hond.
Uw hoofd wegdraaien
Gapen.
Spelhouding aannemen.
Gaan zitten, evt. met rug naar hond toe.
Langzame bewegingen maken.
U benadert de hond. Zodra de hond u ziet, gaat u stilstaan, waarna u langzaam wegloopt in een bocht en uw hoofd afwendt. Hierna gaat u iets bij de hond vandaan door de hurken en houdt u zich bezig met de vloer.
Elke hond herkent in principe deze signalen. Honden onderling gebruiken ze ook, veel meer dan hierboven beschreven. Door deze signalen zijn wij in staat om de spanning bij een hond te verminderen. Op deze manier laten we zien dat het oke is bij ons.

Angst niet negeren?
De meningen zijn behoorlijk verdeeld of we honden mogen aaien die angstig zijn. Eigenlijk zou u angst moeten negeren. Echter, tussen negeren en angst inaaien zit een breed gebied. De hond is een roedeldier. Zij zijn van nature gewend aan een sociale leefgemeenschap waarbij rangorde een belangrijke rol speelt. De leider van de groep bepaalt. Het is dan vanzelfsprekend, dat een hond die angstig is, ‘om ‘raad’ vraagt bij zijn roedelleider. Wanneer deze geen leiding geeft, functioneert hij niet.
Stelt u zich voor: u heeft een relatie. Op een dag maakt u iets mee, wat voor u traumatisch is. Zodra u uw partner ziet, vertelt u het zeer angstige gebeuren. U probeert uit te leggen hoe u zich daaronder voelt. U verwacht een luisterend oor en begrip van uw partner. Stelt u zich voor, dat uw partner gewoon niet reageert en simpelweg vraagt: wat eten we vanavond? (hij negeert u op dat moment en leidt u af met een hele andere vraag). U voelt zich niet begrepen, want u kunt immers niet bij de ander terecht.
Uw hond kan zich in zo’ n situatie, net als u, verloren voelen. Hij vraagt om hulp, maar wordt genegeerd. Het probleem is gebleven en de hond voelt zich nog steeds niet opgelucht.
Wij gaan vaak met onze honden om, zoals hierboven beschreven staat. Negeren en/ of afleiden. Gelukkig zijn er meer wegen die naar Rome leiden. Stel u op als een roedelleider. Als u medelijden toont, kan dat tot gevolg hebben, dat de hond het troosten zo prettig vindt, dat hij sneller en vaker angstreacties vertoont in de hoop op aandacht. Door daadkrachtig op te treden, kunt u uw hond steunen en hem leren omgaan met voor hem spannende dingen.

Samenvattend:
Negeer niet de hond, negeer alleen zijn angstgedrag!
Laat hem merken, dat u zich bewust bent van het vuurwerk en de flitsen.
Maak de hond tevens duidelijk wat u op dat moment van hem wilt, d.m.v. een duidelijk commando, een oefening of een spelletje. Door samen bezig te zijn, hervindt hij zijn zekerheid.

Tellington Touch
Verder kunt u wel degelijk met bepaalde handelingen uw hond op zijn gemak stellen. Onder ander door de tellington touch methode dit zijn speciale massagetechnieken die o.a spanning verminderen. Om een voorbeeld te geven is uw vlakke hand op zijn nek leggen met een lichte druk. Niet gaan kriebelen alleen de hand stilhouden. De oren zijn ook een goede plek om een hond te kalmeren. Ondersteun het hoofd van de hond met een hand. Pak het tegenoverliggende oor met de duim en vingers van de andere hand zovast dat uw duim boven op komt te liggen. Strijk zacht met uw duim van het midden van het hoofd over de ooraanzet tot de oorpunt. Laat duim en vingers steeds over een ander deel van het oor strijken, zodat u elke centimeter bewerkt. Strijk zijwaarts over de oren. Trek nooit aan de oren. Wanneer u strijkt moet u net doen alsof het oor een bloemblaadje voorstelt. Zo zacht moet de druk zijn. Hele rustige kalme bewegingen. En alleen bij het oor. Niet onbewust zijn koppie ook gaan kriebelen.
Neem uw hond serieus. Als u een goede relatie met uw hond wilt moet u er ook voor hem zijn als hij u nodig heeft. Ongeacht de trainingstechniek die u gebruikt.

Leerproces van de hond.
De theorie over de leerprocessen van honden is zeer uitgebreid onderzocht door een groot aantal gedragsonderzoekers. Daarbij komt het erop neer dat de hond leert door het gelijktijdig doen, oftewel associatieleer.

Klassieke conditionering: Pavlov
De hond leert de betekenis van een prikkel.
Voorbeeld 1: Door iets heel vaak te doen op altijd dezelfde manier, wordt het voor de hond duidelijk wat u met een bepaalde klank bedoelt. Bijvoorbeeld: zit. Na heel veel oefenen, zeer veel belonen, legt de hond op een gegeven moment de link: zit is op mijn billen zitten. Het commando zit is dan de prikkel in dit geval.
Voorbeeld 2: Een hond heeft oorontsteking en iemand wil de hond aaien. Men steekt een hand uit en dat doet dus pijn bij de hond. De volgende keer kan de hond een hand associeren met pijn. In eerste instantie betekende de hand niets voor de hond. Na deze ervaring heeft hij geleerd dat het hem pijn oplevert. De prikkel is dan de hand.

Operante conditionering: Skinner
De hond leert het gevolg van een bepaald gedrag.
Hij kan ook leren van toevallige gebeurtenissen die voor hem prettig zijn.
Voorbeeld 1: de baas gaat weg, de hond vindt het niet leuk alleen. Hij springt tegen de deur en deze deur gaat open. Er is natuurlijk van alles te beleven achter de deur. Bovendien is hij nu dichter in de buurt van de baas. Deze handeling levert de hond allemaal prettige gevoelens op. Daarmee heeft hij geleerd dat hij deuren kan openen.
Als de hond een deur opent en op dat moment gaat er toevallig een knal af, zal hij hoogst waarschijnlijk dit gedrag niet herhalen. Het levert geen prettig gevoel op.
Voorbeeld 2: wanneer een hond een knal hoort en hij vlucht, maakt hij zelf een einde aan de onaangename gebeurtenis. Dit gedrag levert hem een prettig gevoel. Grote kans dat hij dit gaat herhalen. Door dit gedrag uitgebreid te belonen (troosten) neemt hoogst waarschijnlijk de angst toe.
Zo zijn er nog veel voorbeelden op te noemen.
Denk aan postbodes, de telefoon (onrust in de roedel) maar ook aandacht vragen.
De hond zal alleen gedrag laten zien wanneer hij er zelf beter van wordt. Daarmee leert hij ook vrij makkelijk gedrag wat wij niet zo fijn vinden. Jagen- stelen- bedelen angstig zijn en vluchtgedrag etc.
Wanneer u het bovenstaande goed begrijpt, snapt u ook waarom de timing van uw beloning zo belangrijk is. Vrijwel direct na de handeling. Wanneer we met knallen aan de gang gaan en de hond vertoont geen angstig gedrag, dan moeten we per direct dat goede gedrag gaan belonen. Anders legt de hond de link niet. Als de hond een oefening beheerst kunt u variabel gaan belonen. Dit houdt in de ene keer wel dan twee keer niet, dan drie keer weer belonen, dan een keer weer niet enz.
Wat we nog vaak horen is: “de hond moet het voor mij doen en niet voor het voertje”. Helaas zo werkt het niet. Helemaal niet wanneer we het gedrag moeten gaan omvormen. Een hond zal gedrag alleen maar herhalen als het hem een prettig gevoel oplevert, als hij er zelf beter van wordt. Zelf wilt u ook graag aan het eind van de maand iets op uw bankrekening zien staan. Voor wat hoort wat.

Training
Hond door gerichte training ongevoeliger maken voor knallen, lichten en de bijbehorende geuren. Zeer intensief. Per hond verschillend op wat voor afstand men begint en de sterkte van het geluid, geur en licht. Elke keer haal je de prikkels dichterbij als de hond daar aan toe is.
Ander gedrag aanleren. Wanneer de hond geleerd heeft om bijv. te vluchten bij een knal, leer je hem aan dat hij speelt of bijv. gaat zitten.
Prikkel van knallen en flitsen een ander gevoelswaarde geven. De hond aanleren dat een knal niet iets is waar je bang voor hoeft te zijn
CD met vuurwerkgeluiden. Vroeg genoeg mee beginnen. Zacht beginnen, daarna geluid opvoeren.
Medicatie.

Regulier:
Het kan helpen. Je brengt de hond onder zeil. U leert hem daarbij niet dat hij niet bang hoeft te zijn. Soms is de ervaring van de werking juist heel beangstigend voor de hond. Ze hebben vaak geen controle meer over hun spieren, wat ze in grote verwarring kan brengen.
Het kan de training makkelijker maken als u het gebruikt ter ondersteuning van de training. De dierenarts kan u een advies geven.

Homeopathie:
Samen met een klassieke homeopaat, zoeken naar het juiste middel. Er zijn kant en klaar middelen te koop. Homeopathie is er voor bedoeld om naar het gehele dier te kijken. Een afgepast advies zal dan ook beter aanslaan dan een kant en klaar middel. Het kan een ondersteuning zijn van de training.

BachBloesems:
Simpel en makkelijk. Gemaakt van bloesems. Ze werken op het gemoedstoestand van het dier. Het kan een goede ondersteuning zijn voor de training. En voor Oud en Nieuw. Onze ervaring met BachBloesems is zeer positief. We hebben veel onverklaarbare reacties gezien, met name op het gebied van angst.
Ook bij de BachBloesems is het beter om naar het gehele dier te kijken en niet standaard een mengsel te maken voor angst. Verkrijgbaar bij hondenschool Alfa. Een aantal instructeurs hebben zich gespecialiseerd, door het volgen van verschillende cursussen op het gebied van BachBloesems.

Vuurwerktraining:
Het is duidelijk dat wanneer men trainingen aanbiedt, dit vroegtijdig gerealiseerd moet worden. Een groepstraining met meerdere honden en 1 instructeur zal beslist niet werken. Wanneer men vuurwerktraining geeft heeft het alleen zin als de begeleiding zeer intensief is.
Bij hevige angsten boekt men eventueel resultaat met individuele begeleiding, in groepsverband trainen heeft dan geen zin.

Marian Geytenbeek
Kynologisch Gedragstherapeut

www.hondenschoolalfa.nl