Tegenwoordig hebben hondeneigenaren gelukkig een keuze hoe zij hun hond opvoeden. Wat is goed, wat is slecht? Er wordt zoveel verteld en de meningen zijn enorm verdeeld. Ik zal proberen een zo duidelijk mogelijk beeld neer te zetten, met voorbeelden uit eigen ervaringen.
Ruim 12 jaar geleden ben ik begonnen met een corrigerende manier van werken. Dat houdt in dat er bij iedere hond zo snel mogelijk een slipketting wordt omgedaan. Ook bij puppen vanaf 4 maanden standaard een slipketting om dat kleine nekje. Vol overtuiging in die tijd, heb ik mijn cursisten verteld, dat je een beet nabootst in de nek. Wanneer een hond trekt aan de lijn, geef je hem een correctie, waardoor hij niet meer trekt. Trekt hij nog steeds, dan moet je harder corrigeren. Wanneer de hond besluit om niet meer te trekken, dan geef je hem een beloning. Omdat veel honden ná een correctie niet meer trekken, heb ik echt het idee gehad dat deze methode werkte.
Nu vele jaren later en onderbouwd met veel meer kennis, weet ik dat ik het absoluut verkeerd heb vertaald. En dat wij mensen beslist niet in staat zijn om een beet na te bootsen, zoals een moederhond dat doet. Vaak genoeg heb ik in mijn wandelgroepen gezien hoe die correcties gaan. De snelheid en hardheid aangepast aan de hond, zo enorm gedoseerd, dat kunnen wij helemaal niet. Kijk ook maar eens naar het trainen van wilde dieren, daar trainen ze al jaren op een positieve belonende manier. Waarom daar dan wel? Simpel, probeer een olifant maar eens met geweld in een zit-positie te duwen. Ik wens u veel succes, dat gaat niet lukken. Wel als het dier beloond wordt voor de zit-positie. Hij zal het gedrag gaan herhalen.
Wat gebeurt er nu met een corrigerende manier van trainen. Ik zal beginnen met mijn allergrootste beginnersfout. Ik ben er bijvoorbeeld van uitgegaan dat ik de hond het trekken aan de lijn moet afleren. Ik ben alleen één ding vergeten. Ik heb de hond nooit aangeleerd om niet te trekken aan de lijn. Dat is een heel groot verschil. Waarom heb ik daar toendertijd niet aan gedacht, heel simpel, ik weet nu meer dan 12 jaar terug. Ik weet nu, hoe een hond leert en hoe hij associaties legt. Ik weet nu, dat zijn communicatiemiddelen veel uitgebreider zijn, dan ik ooit heb kunnen vermoeden. En ik kan u vertellen dat ik nog dagelijks versteld sta van zijn intelligentie. Ik heb ooit het wezen hond erg onderschat.
Ik ben blij met wat ik nu weet, zie en elke dag nog bijleer.
Kom ik toch nog even terug op het voorbeeld trekken aan de lijn, correctie. Trekt hij niet, beloning. Wat gebeurt er nu? De hond wordt gecorrigeerd voor het trekken, daarna trekt hij niet meer, dan werkt het toch?
Nou helaas niet, hij heeft geleerd om een correctie te vermijden. Dat is de werkelijke reden waarom hij op dat moment niet meer trekt. Wanneer ik twee uur later weer op pad zou gaan met dezelfde hond, moet ik hem weer corrigeren. En de volgende wandeling en de volgende en de rest van alle wandelingen.
Heb ik de hond nu een gedrag aangeleerd? Ja, na een correctie, vermijdt de hond de rest van de correcties. Heb ik hem geleerd niet te trekken aan de lijn? NEE, want anders zou ik de hond niet meer hoeven te corrigeren.
Ook de hardheid en de timing van de correcties zijn erg moeilijk te doseren. Fouten zijn nauwelijks te herstellen.
Bij het socialiseren van puppen, zie ik ook regelmatig beginnersfouten. Puur ook weer het feit, dat de eigenaar vaak niet beter weet. Neem nou bijvoorbeeld de zindelijkheidstraining. Hoe vaak krijgt de kersverse eigenaar niet het advies, haal hem maar met zijn neus er doorheen, dan weet hij het wel. Wat leert de hond met deze “techniek”? Alleen maar, dat de baas erg gestoord moet zijn, daar moet ik voor oppassen. De hond raakt een stuk vertrouwen kwijt in de eigenaar. Met nog wat meer pech, bij een gevoelig hondje leert de eigenaar hem ook nog, dat de hond zich vooral niet moet ontlasten waar de baas bij is. Wat is het effect? De eigenaar kan één uur buiten lopen met het pupje, maar deze zal niets doen. Zodra de eigenaar thuiskomt, rent het hondje uit zicht, om zijn behoefte te gaan doen. Is hij nu stout, ongehoorzaam, daagt hij zijn baas uit of pest de hond zijn baasje? Nee hoor, de baas heeft hem immers geleerd dat het hondje zijn behoefte niet mag doen waar de baas bij is.
Nog een voorbeeld in de socialisatie. Vaak gaan de pupeigenaren naar een kinderboerderij. Heel goed om de kleine pup te wennen aan schapen, geiten, kippen en ander vee. De pupeigenaar begeleidt zijn jonge hondje liefdevol naar het hek. Daar komt zo’n joekel van een brutale geit aangelopen die maar één ding wil, éten. Hij springt tegen het hek op en blèrt om eten. De kleine pup die zo’n wezen voor het eerst ziet, schrikt enorm en blaft. De eigenaar geneert zich voor het geblaf van de kleine hond en corrigeert, door te zeggen: “Foei” en geeft een ruk aan de lijn. Door de boze stemming van de baas en de pijnprikkel van de correctie aan de lijn, raakt de kleine nog meer van slag en zal harder gaan blaffen of zich bibberend terugtrekken.
Wat heeft de eigenaar de hond nu geleerd? Eigenlijk is de pup geschrokken en voor zijn angstgedrag is de hond gecorrigeerd. Dus het hondje is bang en krijgt daar ook nog eens verbaal een correctie én een pijnprikkel er overheen, met het gevolg dat hij nog banger wordt. Het hondje legt nu de link: geit betekent boze baas en pijn. In het andere geval, wanneer de pup bibberend wegloopt, heeft de eigenaar hem ook gestraft voor zijn angst, waardoor hij heeft geleerd dat geiten heel erg beangstigend zijn.
Wat moet de eigenaar nu wel doen? Het hondje schrikt en blaft, de eigenaar neemt het hondje rustig mee naar de geit tot op een afstand waar hij niet blaft en nog bereidt is om wat lekkers aan te nemen. Vanaf die afstand gaat de eigenaar de kleine heel rustig en belonend terugbrengen naar het hek. Het kan heel goed zijn dat dit een aantal dagen duurt voordat het uiteindelijk met veel geduld lukt om het hondje bij het hek te laten zitten zonder angst voor geiten en uiteraard zonder blaffen.
Gewoon in de gehoorzaamheidstraining kan ik hele rijen met voorbeelden opnoemen.
Neem nu het commando “zit”. Ik kan dit de hond aanleren door hem aan zijn riem te trekken en tegelijkertijd op zijn kont te duwen. Ik zeg: “ Zit” en hij zal uiteindelijk wel gaan zitten. Wat leer ik hem nu echt? Wel, een ruk aan de lijn en een duw op zijn gat betekent dat de hond moet gaan zitten. Veel verder in de training kan ik de handhulpen weglaten en gaat de hond waarschijnlijk wel zitten op commando, als ik geluk heb.
Is dit leuk voor de hond? Lijkt mij niet. Is het leuk voor mijzelf? Tja, misschien lucht het op, als ik gefrustreerd zou zijn. Ik zou het zelf niet prettig vinden om zo met de hond om te gaan. Wat kan ik dan wel doen?
Ik neem een brokje, breng de hond in een zit-positie en beloon hem daarvoor en spreek mijn commando “ zit “ uit. Is dit leuk voor de hond? Ja, hij wordt voor zijn goede gedrag beloond. Is het leuk voor mij? Ja, want ik word blij, omdat mijn hond blij is. Vaak krijg ik dan de opmerking: “Ja, dan doet hij het alleen maar voor het brokje en niet voor mij”. Helemaal waar. Als ik kijk naar hoe de hond leert, zijn twee punten erg belangrijk. Ten eerste, herhaalt de hond gedrag alleen maar als hij er zelf beter van wordt, dus beloning! Ten tweede: aanleren met een brokje is een geweldig hulpmiddel, afbouwen van de brok vereist inzicht in het leergedrag. Dit moet dan ook goed begeleid worden. Wanneer een hond commando’s uiteindelijk alleen opvolgt met een brokje, is er ergens een trainingsfout gemaakt. Uiteraard kan dit, indien nodig met de juiste begeleiding weer rechtgezet worden.
Wat ik regelmatig tegenkom in de gedragstherapie, is agressie aan de lijn. Zoals Joop, een grote zwarte bouvier, die vreselijk tekeer gaat, als hij fietsers voorbij ziet komen. Ik heb uiteraard gecheckt, wat de motivatie is voor het uitvallen. De werkelijke oorzaak is angst. Ooit heeft de hond een negatieve aanvaring gehad met een fietser. De eigenaar vindt het uitvallen van zijn bouvier erg storend. Hij staat erg te rukken aan de lijn en schreeuwt tegen de hond om boven het geblaf uit te komen. De bouvier wordt nu echt woest en kalmeert pas weer als de fietser ruim vijftig meter verder is. De hond wordt stil, hijgt enorm, kijkt naar de baas.
De eigenaar geeft de hond een koekje en vertelt de hond, dat hij braaf is, omdat hij stil is. Wat gebeurt er nu, de hond legt een negatieve link met fietsers.
De hond blaft enorm. Door het geruk aan de lijn (vermoedelijk in eerste instantie een pijnprikkel) wordt de hond nog meer opgefokt. Door het geschreeuw van de eigenaar wordt de hond alleen maar aangemoedigd. Omdat de fietser altijd verdwijnt, wordt de hond beloond voor zijn gedrag. Het hijgen daarna duidt op enorme stress. Wat kan deze eigenaar nu wel doen? Er zijn meerdere methodes om het gedrag van deze hond te veranderen. Bij deze hond heb ik geadviseerd om te beginnen met appéltraining en aandachtsoefeningen. De hond moet eerst een basis gehoorzaamheid beheersen voor we het probleem kunnen aanpakken. De eigenaar moet zich aan de roedelregels houden (deze zijn besproken in een vorig clubblad). De hond neemt nu de initiatieven over, dit moet uiteindelijk de eigenaar gaan doen. In combinatie van een betere rangrelatie, “zit” commando, aandachtsoefeningen en beloningen leert de hond dat fietsers aandacht van de baas en leuke spelletjes betekenen. Het uitvallen zal hij achterwege laten.
Nog één voorbeeld zal ik beschrijven. Een werkend stel met een vrolijke labrador retriever van zes jaar. Na een lange vervelende tijd van ziekenhuis in, ziekenhuis uit, lukt het de vrouw uiteindelijk om zwanger te worden. Dolgelukkig treffen ze de voorbereidingen van de komst van de baby. De vrouw heeft een belangrijke functie in het bedrijfsleven. Ze werkt lang door om alles goed achter te laten tijdens haar afwezigheid. Wanneer de vrouw thuiskomt, is ze moe, voelt zich schuldig naar de retriever, waardoor ze hem continu aanhaalt als ze thuis is. Beweging voor de hond zit er nauwelijks in. De baby wordt geboren. Aandacht apart voor de hond is er niet meer bij. De eigenaren zijn bang dat de hond jaloers wordt. Elke keer als de baby beneden is, roepen zij de hond bij zich en vertellen hem al aaiend, hoe lief het baby’tje wel niet is. Wanneer de hond snuffelt en de baby een lik geeft, wordt hij door de eigenaar boos weggestuurd. Dat is immers onhygiënisch. De baby wordt ouder, begint een beetje te kraaien, te trappelen met zijn beentjes en met zijn armpjes te bewegen. Elke keer als de hond in de buurt ligt van de kraaiende baby, gromt hij. De eigenaren schrikken van het gedrag en roepen hem bij zich. Al kroelend proberen ze de hond uit te leggen, dat hij niet mag grommen naar de baby. Het gromgedrag wordt alleen maar erger, uiteindelijk is de eigenaar het zat en stuurt de hond na een vervaarlijke grom erg boos naar zijn plaats. Bij de plaats gaat de eigenaar nog een poos door met schelden. Dit wordt zo’n beetje een vast ritueel. Ondertussen is de baby zo oud geworden, dat hij kruipt. Elke keer als de baby iets in de richting van de hond kruipt, gromt hij heel diep vanuit zijn keel. Uiteindelijk loopt hij naar zijn mand. Na een poosje kruipt de baby naar zijn mand onder luid gegrom van de hond.
De eigenaresse schreeuwt tegen de hond, dat hij zijn kop moet houden. Ze vindt dat de hond het maar goed moet vinden dat de baby in zijn mand wil. De baby is tenslotte haar kind, dat moet de hond maar accepteren. De baby gaat verder en kraait honderd uit, met zijn sterke knuistjes pakt hij de neus van de hond. Uiteindelijk hapt de hond en bijt in het armpje van de baby.
Helemaal overstuur schopt de eigenaresse de hond naar buiten. s’Avonds stonden beide eigenaren met de hond bij de dierenarts voor euthanasie. De dierenarts heeft ze verzocht om toch nog een gesprek aan te gaan met mij. Zo ben ik in contact gekomen met deze geweldige labrador en een stel lieve mensen.
Wat en wanneer is het hier misgegaan?
Eigenlijk per direct in het begin al. Wanneer de verzorging van de hond vooral op de vrouw aankomt, is het in dit geval belangrijk dat in het begin van de zwangerschap de aandacht voor de hond afgebouwd wordt. Heel langzaam verdeeld over zes maanden brengt de eigenaresse aandacht en wandelingen terug tot bijna niets. (Als de man de uitlaat over kan nemen, hoeft dit uiteraard niet.) In deze zes maanden wordt de hond op een reuze gezellige manier aangeleerd, dat hij op zijn plaats moet blijven. Dit kan samen met een lekker bot of een kong. (Een kong is een soort piramide van stevig rubber, waar je iets lekkers in kan doen. De hond is dan druk bezig om het lekkers eruit te snoepen). Ter voorbereiding worden er ook zoekspelletjes aangeleerd. Waarom?
Als een hond intensief leert zoeken met zijn neus, kan de baas de hond mentaal heel moe maken. Een kwartier zoeken staat in verhouding met drie kwartier lopen.
De baby wordt geboren. De hond ziet de baby voor het eerst. Eén van de eigenaren houdt de baby op schoot, de ander neemt de hond aangelijnd mee en laat de hond snuffelen aan de baby. Eventueel een lik als de eigenaar daar niet vies van is. Snuffelen en likken zijn voor de hond onderzoekende handelingen. Als dit klaar is, brengt de eigenaar de hond rustig naar zijn plaats en geeft hem een gevulde kong.
Elke keer als de baby beneden komt, mag de hond even snuffelen. De eigenaar geeft hem een aai en breng hem dan met wat lekkers naar zijn plaats. Juist als de eigenaar met de baby bezig is en de hond komt erbij voor aandacht, stuurt de eigenaar de hond rustig, maar zelfverzekerd terug naar zijn plaats. Wordt de hond dan niet jaloers? Nee, wanneer de baas met de baby bezig is en de hond tegelijkertijd aait, vertelt de eigenaar tegen de hond dat deze in gelijke rang staat met de baby. Dus de hond is even belangrijk als de baby. Dat is niet zo, want de baby is belangrijker en staat hoger in rang voor de baas.
Wanneer de baas dit duidelijk aangeeft, zal de hond dit moeiteloos accepteren. Belangrijk om te onthouden is dan wel, dat baby’s afhankelijk zijn van de ouders, de bazen. Alleen laten met welke hond dan ook, is absoluut onverantwoordelijk.
De eigenaren van de labrador hebben in het begin elke keer de hond verteld, dat hij even belangrijk is en het grommen continu beloond. Ze hebben de hond zelf geleerd, dat grommen goed is, door de hond te aaien.
De labrador begrijpt totaal niet meer wat er van hem verwacht wordt, hij gromt naar het kind, de baasjes vinden dat prachtig in zijn ogen want ze belonen.
En zomaar in één keer worden ze boos als hij gromt. Daarna wordt de hond elke keer naar zijn plaats gestuurd, als de baasjes boos zijn. Zijn plaats moet veilig zijn voor de hond en dat is het nu niet meer, want de hond wordt gestraft. De hond gromt als de baby in zijn richting kruipt. Grommen is een communicatie-middel van de hond. Hij vertelt daarmee, dat er iets aan de hand is. Wat ik vaak hoor is: “De hond heeft niet tegen mij te grommen”. Oké, mijn vraag daarop is dan altijd: “Hoe moet de hond dan aangeven dat hij iets niet wil?”. De hond gromt niet voor niets. Moet ik dan de hond naar mij laten grommen? Dat ligt aan de situatie. Zoek uit waarom de hond gromt, in plaats van direct met agressie te reageren.
Door het kind leuk te maken voor de hond, veiligheid in te bouwen voor kind en hond (plaats van de hond weer leuk maken en kind erbij weghouden) én eigenaren inzicht te geven in de hondentaal, is het gelukt om deze labrador in dit gezin te laten wonen.
Omdat ik niet wil dat een hond aan mij ondergeschikt is en dat ik geweld verafschuw, ben ik dan een watje? Ja, misschien wel, alleen wel een gelukkig watje. Ik ben blij dat ik deze keus heb kunnen maken door de denkwijze: hoe om te gaan met honden. Deze denkwijze is een leefwijze geworden. Met een positieve instelling bereik ik zeer veel, niet alleen bij honden maar ook bij mensen.
Ook krijg ik de veroordeling op mij, dat ik blijkbaar alleen doetjes van honden in behandeling krijg, omdat een stevige hond alleen luistert met een harde hand. Wel, ik heb geen frustratie in mij zitten, wat nodig acht met harde hand op te moeten treden. Ik onderzoek waarom een hond zoveel agressie vertoont en win zijn vertrouwen. Vanuit dat vertrouwen bouw ik een band op, neem de leiding over door roedelregels toe te passen en los het probleem geweldloos op. Honden die totaal geflipt zijn hebben in mijn roedel geleerd, dat ze weer gewoon hond mogen zijn, dat er mensen zijn die ze toch wél kunnen vertrouwen.
Wat ik wil bereiken met deze boodschap? Duidelijk maken, dat iedereen altijd een keus heeft!!!
Honden zijn overgelaten aan de keuzes die wij maken.
Marian Geytenbeek
Kynologisch Gedragstherapeut
www.hondenschoolalfa.nl