Vrijwel iedere trotse hondenbezitter wordt vroeg of laat geconfronteerd met de klacht artrose bij zijn hond, ofwel slijtage van de gewrichten. Op oudere leeftijd zijn de klachten niet altijd van dien aard dat er iets aan gedaan moet worden, echter soms is een behandeling noodzakelijk om onze trouwe hond nog een plezierige oude dag te bezorgen. De meeste hondenbezitters denken trouwens dat artrose iets is voor honden op leeftijd, maar ook bij honden op een leeftijd vanaf 5 à 6 maanden kan zich al artrose ontwikkelen. Regelmatig komen honden bezitters op mijn spreekuur met een manke hond die pas enkele maanden oud is en waarbij de röntgenfoto’s al een ernstige artrose laten zien.
Artrose of Artritis
De term Artritis wordt meestal gebruikt voor een acute gewrichts ontsteking. Deze kan worden veroorzaakt door een bacterie die op een of andere manier in het gewricht is beland: een purulente artritis. Vaak echter wordt de term artritis gebruikt voor een ontsteking in het gewricht die ontstaat door een andere oorzaak; bijvoorbeeld een los stukje bot (OCD of LPC), een gescheurde kruisband, een omgeklapte meniscus of gewoon door te veel speling van de banden van een gewricht (b.v. bij HD).
Zou je in zo’n gewricht kijken op het moment dat er b.v. een los stukje bot in zit, dan zie je vaak een overvulling van het gewricht (te vergelijken met een dikke enkel) en een irritatie van het gewrichtskapsel. Door het wegnemen van de oorzaak: het verwijderen van het losse stukje bot (b.v. OCD of LPC), door een kruisbandoperatie of het verwijderen van de meniscus kan de klacht grotendeels verholpen worden. De overvulling verdwijnt, het gewrichtskapsel neemt weer in dikte af en de klachten die in eerste instantie aanwezig waren (mank lopen) verdwijnen weer.
Wordt zo’n klacht niet verholpen in het acute stadium (artritis), dan zal het lichaam zelf proberen het probleem op te lossen. Het zal proberen het losse stukje bot weer vast te laten groeien of te laten inkapselen en in het geval van een gescheurde kruisband of een beginnende HD, zal het lichaam trachten het gewricht weer te stabiliseren. Dit oplossen van het probleem door het lichaam zelf lukt vaak maar gedeeltelijk of gaat gepaard met een geweldige reactie in en rondom het gewricht. Het kapsel wordt nog dikker maar ook harder. Rondom de losse stukjes bot die door het lichaam worden vastgezet ontstaat extra bot en in het geval van een gescheurde kruisband of een beginnende heupdysplasie zal het lichaam proberen gewrichten te stabiliseren door het vormen van extra bot rondom het gewricht, de z.g. exoxtosen.
Zodra dit gebeurt is er sprake van artrose of slijtage van het gewricht. Het zal dus duidelijk zijn dat het gewricht in omvang toeneemt, zodanig zelfs dat het aan de buitenkant zichtbaar of voelbaar wordt (vergelijk dit bij mensen met reuma aan de vingers; zij krijgen dikke vingers).
Klachten bij artrose of artritis
De symptomen die we zien bij artritis zijn, dat de hond vaak ernstig mank loopt met één of meer poten. Het los raken van een stukje bot in een gewricht (b.v. bij een OCD of LPC) leidt vaak tot een acute vorm van ernstig mank lopen van de hond. De meeste eigenaren komen dan ook met het verhaal; “het leek wel of de hond zich verstapte, zij/hij gilde en liep ineens mank”. Bij een acute scheuring van de kruisband zien we hetzelfde; ineens ernstig mank lopen aan een achterpoot.
Bij beginnende heupdysplasie is het verhaal vaak anders. Het gebeurt wel dat de hond ineens mank loopt, maar meestal ontstaat er een geleidelijke vorm van mank lopen, de z.g. startkreupelheid. Vaak laten deze honden bij het ‘opstarten’ klachten zien. Is de hond eenmaal “warm gedraaid” zoals de meeste eigenaren zeggen, dan gaat het vaak vrij redelijk. In veel gevallen zullen de honden na spelen of na een stevige wandeling, mank lopen nadat ze even gerust hebben.
Let wel, soms gebeurt het dat een hond twee kruisbanden ineens scheurt of op het zelfde moment een los stukje bot in een linker en rechter gewricht (b.v. elleboog) heeft zitten. Dit laatste zien we regelmatig bij een LPC of een OCD in de ellebogen. In dit geval loopt de hond zo op het oog nog redelijk goed (niet echt mank), maar is er toch sprake van een ernstige klacht.
De diagnose
In veel gevallen kan een dierenarts de diagnose artrose vaststellen door de gewrichten van de hond te onderzoeken. Zeker als de artrose in een wat verder gevorderd stadium is (veel bot etc. in en rondom de gewrichten) kan een waarschijnlijkheidsdiagnose artrose worden gesteld. Toch is het aan te raden röntgenfoto’s te maken van de aangetaste gewrichten. Hiermee kan soms de oorzaak van de artrose worden vastgesteld (losse stukjes bot etc.) en ook de omvang van de artrose.
Artrose is echter pas 6 weken na het ontstaan ervan op een röntgenfoto zichtbaar, terwijl er in en rondom het gewricht al 3 weken na het ontstaan artrostische ontwikkelingen zijn. Het is dus belangrijk zo snel mogelijk een eventuele oorzaak vast te stellen en deze verhelpen.
Therapie
Indien er geen oorzaak is vast te stellen of de oorzaak al is verholpen maar des ondanks artrose is ontstaan zal de hond toch geholpen moeten worden. Artrose gaat meestal gepaard met “startklachten” (’s morgens en ’s avonds stijf overeind komen), mank lopen na inspanningen of bij vochtig weer. Bij milde start- problemen zullen we meestal nog geen medicijnen gebruiken,
alhoewel het aan te raden is er toch alvast met uw dierenarts over te spreken omdat de klachten vaak in de loop der jaren erger worden. Homeopathische middelen kunnen de klachten verminderen en ook het erger worden van de klachten afremmen en soms zelf tot stilstand brengen. Honden die geopereerd zijn en na een operatie toch klachten van artrose hebben, reageren over het algemeen heel goed op homeopathische middelen. Het geven van pijnstillers als cortaphen (bevat een prednisonachtige stof) en andere pijnstillers als rimadyl, metacam etc. kan soms nog jaren worden uitgesteld. Ook is het zo dat een combinatie van homeopathische middelen en een lage dosering pijnstillers gegeven kan worden.
Preventie
Naast regulier en homeopathische medicijnen is er nog een keur aan voedingssupplementen en minerale preparaten op de markt die zeer wisselende effecten hebben: bij de ene hond helpen ze heel goed en bij de ander heeft het geen enkel effect.
Het is echter heel belangrijk te bedenken dat er door u zelf als verzorger van de hond een aantal maatregelen te nemen zijn die een grote invloed kunnen hebben op het verergeren van de artrose klachten, maar ook op het pijnniveau. Aanpassing van de beweging is er één van. Aan de ene kant moet men voorzichtig zijn met intensief bewegen en heftige en plotselinge wilde bewegingen zoals het spelen met ballen en stokken vermijden. Maar aan de andere kant is stilzitten ook niet goed. Goed in training blijven en dus regelmatig lopen geeft een goede spieropbouw die de pijnlijke gewrichten goed kan ondersteunen. Soms kan het zelfs zinvol zijn om dit proces met spierversterkende middelen te ondersteunen. In dit kader kan gedacht worden aan zwemmen. Heel koud water is echter ook niet goed en opdrogen in een koude omgeving al helemaal niet. Voor artrose geldt in het algemeen: regelmatig lopen, rechtlijnige beweging en voorzichtig met spelen. Onder regelmatig lopen verstaan we 4 à 5 keer per dag de hond een zelfde tijd uitlaten, dus niet de ene keer 1,5 uur en de andere keer 10 minuten. Onder rechtlijnige beweging verstaan wij stappen en draven. Dit kan eventueel ook naast de fiets gebeuren.
Ook beperking van het gewicht is belangrijk. Bedenk dat iedere kilo die de hond te veel heeft ook meegedragen moet worden op het pijnlijke gewricht, dat daar door onnodig zwaar belast wordt.
Tot slot
Geen enkele patiënt is gelijk aan de andere. Dit geldt in het bijzonder voor artrose patiënten. Een pasklaar recept voor de behandeling is dan ook niet te geven. Het zal bijna altijd gaan om een combinatie van diverse therapeutische mogelijkheden. Deze combinatie is afhankelijk van de ernst, temperament en het lichaamsgewicht van de hond, maar vooral ook van de eigenaar. Heel duidelijk is echter inmiddels wel dat artrose al lang geen onbehandelbaar probleem meer is en dat leven met pijn niet zo maar geaccepteerd hoeft te worden. Voor een reguliere behandeling kan uw dierenarts u goed ondersteunen. Voor een eventuele homeopathische ondersteuning is overleg met een homeopathisch werkend dierenarts misschien gewenst. De bijzonder positieve effecten die we daarvan de laatste vijftien jaar hebben gezien, bieden in ieder geval een heel goed perspectief.